HERO-Rhenus-Logistics

no-nonsense mentaliteit aan diep zeewater

In de uitgebreide serie interviews die RPPC de afgelopen maanden publiceerde ontbrak tot nu toe een gesprek met een terminal die activiteiten heeft op het gebied van offshore-wind. Hoogste tijd daarom voor een bezoek aan de terminal van Rhenus. Hun multipurpose terminal aan de Antarcticaweg op de Maasvlakte brengt als het om offshore wind gaat twee disciplines van de onderneming samen: allereerst Rhenus Logistics B.V., de terminal die hier de offshore klant Seaway 7 bedient en daarnaast Rhenus Offshore Logistics, een turn key logistiek provider die zich ook vooral richt op offshore wind.

Van beide divisies spreken we een manager op de grote terminal op de Maasvlakte. Forse rollen staal, een grote hoeveelheid aluminiumbroodjes en Chinese vrachtwagens wachten op verder transport, maar het onderwerp van het interview is offshore wind.

Namens Rhenus Logistics spreekt projectcoördinator Ruben van der Steen. “Mijn hoofdactiviteiten zijn verbonden met onze klant Seaway 7. Hun organisatie breidt zich sterk uit, zeker nadat ze niet zo lang geleden overgenomen werden door Subsea 7. Daardoor komen er steeds meer schepen naar onze terminal.” Van der Steen legt uit dat er in feite bijna continu mobilisaties en demobilisaties plaatsvinden voor verschillende projecten van deze klant. “Daar regel ik met een team van twee vaste collega’s en een andere warehouse- en yard-coördinator de hele logistiek voor.”

Seaway 7 is een grote speler in offshore wind. Ze doen meer dan alleen de funderingen of de monopiles plaatsen, ze leggen bijvoorbeeld ook kabels. “En ze zijn ook actief bij het plaatsen van substations, complete platforms van een paar honderd tot een paar duizend ton bij een windpark. Ze doen eigenlijk het complete plaatje van wind.” Voor Rhenus is Seaway 7 een echte heavy lift klant. Van der Steen: “wij verzorgen het hele plaatje in hun logistiek”.


Vak apart

Aangeschoven is ook Hans van Hoof, die als Sales Manager Offshore Wind werkt voor Rhenus Offshore Logistics. Rhenus is in Duitsland al sinds 2014 actief op het gebied van offshore wind, toen werden daar de eerste parken gebouwd. Van Hoof: “We groeiden in dat segment heel sterk en bouwden een hoop kennis en ervaring op waarvan we eigenlijk nog steeds profiteren.” Offshore wind is een vak apart, weten de beide managers; niet voor niets richtte opleidingsinstituut STC er een aparte opleiding voor op. In tegenstelling tot onshore wind, is de logistiek, de bevoorrading en het onderhoud bij offshore wind ingewikkelder en moet personeel gericht getraind worden. Het is anders dan het werken in offshore olie en gas, want veel activiteiten zijn nog relatief nieuw en ook de molens zelf zijn nog steeds in ontwikkeling.

Door het succes in Duitsland en de plannen voor windparken op het Nederlandse deel van de Noordzee, en de goede bereikbaarheid van parken voor de Schotse en Belgische kust, ontstond bij het Duitse Rhenus het idee om ook in Rotterdam een vestiging op te zetten.

Rhenus heeft zelfs geprobeerd om op de Tweede Maasvlakte een Rhenus Offshore Terminal te realiseren om de breakbulk en offshore activiteiten te scheiden.


Borssele en België

“Sinds onze start op het gebied van offshore wind hier in Rotterdam zien we eigenlijk alleen maar groei”, vat Van Hoof de ontwikkelingen samen. Hij somt de verschillende projecten op: “Vorig jaar hebben we voor Borssele 1 en 2 heel de logistiek gedaan voor de commissioning campagne van het substation. En dit jaar doen we dat voor Borssele 3 en 4 ook weer. Daarnaast zijn we actief voor de offshore wind farm Seamade voor de kust van België.”

Van der Steen geeft een aanvulling, als hij zegt dat “het interessante dan weer is dat mijn klant Seaway nauw betrokken is bij de Borssele-parken”. Van Hoof reageert lachend: “zijn klant plaatst het substation en wij brengen er de spullen naartoe, zo komen activiteiten samen op deze terminal in Rotterdam.”

De activiteiten vanuit Rotterdam gaan dus tot in het verzorgingsgebied van andere havens, en niet voor niets. Van Hoof: “Naast het feit dat we natuurlijk met onze terminal in Rotterdam direct aan de Noordzee en aan diep water zitten hebben we ook een goed cluster aan leveranciers in de regio. Dit is van niet te onderschatten belang.” Zijn collega beaamt dit. “Onze terminal is ongelofelijk geschikt voor deze activiteiten. Voor schepen zoals die ingezet worden door Seaway is waarschijnlijk geen andere locatie zo geschikt als deze terminal in Rotterdam. Nog los van het feit dat die onderneming samenwerkt met Sif en dat zijn praktisch onze buren.”

Van Hoof nuanceert dat enigszins. “Mijn divisie doet het werk daar waar het werk is, dus dat kan ook eens een terminal in een ander haven zijn. Maar onze eigen locaties hebben natuurlijk wel de voorkeur. Ze zullen we voor een project in Schotland volgend jaar ook een terminal daar gebruiken die niet van ons is.”


Onderhoud wordt belangrijk

De grootste groei verwachten de sprekers toch in Nederland, met de aanstaande aanleg van de grote windfarms Hollandse Kust Zuid, Noord en West in de komende tien jaar.

Daarnaast zal ook voor Rhenus het onderhoud van windparken een rol gaan spelen. Van der Steen: “We hebben binnen de internationale Rhenus-organisatie ook bedrijven die zich bezighouden met afvalverwerking, dat kan in het onderhoudstraject dat volgt op de aanleg interessant zijn. Die onderdelen breiden zich nu al uit richting offshore.” Zo moeten de verschillende substations bij windparken eens per jaar geheel gereinigd worden. “Wij hebben daar offshore gecertificeerde schoonmaakploegen voor.”

Maar, zoals uit meerdere artikelen in deze serie blijkt, zal Rotterdam ook een steeds grotere rol gaan spelen bij het mechanisch onderhoud aan de molens. Hans van Hoof: “Aanvankelijk werd wel beweerd dat de molens dertig jaar mee zouden gaan zonder corrosie. Vergeet het maar, binnen de kortste tijd roesten ze. Daarnaast gaan er zaken kapot en moeten vervangen worden. Het zorgt voor continue scheepsbewegingen tussen terminals en de parken.”

Gezien de te verwachten groei vragen we naar de beschikbaarheid van personeel. Van der Steen: “Het is een beetje afhankelijk van wat je zoekt. In het werk dat we hier doen zijn we niet meer het standaard havenbedrijf merk ik. Veel jongens die van school afkomen zijn toch gewend aan containers. Die gebruiken we niet in de offshore wind. In feite leiden wij ze hier verder op, op de terminal.”


Offshore Community Rotterdam

De beide managers benoemen de goede relatie met RPPC en de Offshore Community Rotterdam die het samen met Havenbedrijf Rotterdam heeft opgericht. Van Hoof: “het is een actieve Community. Vorig jaar hadden we samen met hen de gezamenlijke stand tijdens Offshore Energy in Amsterdam.” Betreurd wordt, dat door corona het netwerken een beetje uit beeld is gegaan in de haven. “We hadden veel contacten met collega-bedrijven via de Offshore Community, dat is nu lastiger. De kracht van Rotterdam, naast de no-nonsense mentaliteit in de regio is toch dat alle disciplines bij elkaar zitten. Toch loop ik nu niet even bij onze buurman Sif naar binnen voor een praatje, daar zijn de netwerkmomenten juist heel geschikt voor. Hopelijk komen die snel weer terug.”


overzicht serie interviews offshore wind
Rhenus-4x3