De komende weken geeft RPPC prominente havenprofessionals een podium in een reeks zomercolumns. In deze editie is dat Emile Hoogsteden, Commercieel Directeur Havenbedrijf Rotterdam en bestuurslid van RPPC.

Er wordt terecht veel gesproken over de transitie die het Havenbedrijf en de bedrijven die onze klanten zijn, moeten doormaken. Verduurzaming, decarbonisatie of transitie naar waterstof: het zijn actuele thema’s, waarover veel geschreven wordt. Van de publieksmedia tot in ons eigen onlangs gepubliceerde halfjaarverslag: steeds is het een belangrijk topic. En terecht.

Het gaat daarbij soms om een geheel nieuw soort ondernemingen dat zich in onze haven vestigt. Start- en scale-ups, bijvoorbeeld, met een alternatieve werkwijze. Vaak zijn het enthousiaste en innovatieve jonge ondernemingen, die hun engagement doorgaans goed weten over te brengen.

Dat is een mooie ontwikkeling, waaraan het Havenbedrijf zich zeker conformeert. Denk aan PortXL, het RDM-gebied en de Merwe4Havens. Er melden zich daarmee bedrijven met een ander soort bedrijvigheid dan die we in het verleden hielpen bij hun komst naar onze haven. Ondernemingen die nog niet altijd op een bewezen businessmodel kunnen terugvallen.

Dit vraagt een andere aanpak van ons als Havenbedrijf en ik denk dat we er goed in slagen deze startende partijen te ondersteunen,

Het bestaande cluster

Wat soms een beetje onderbelicht blijft is, dat het merendeel van de investeringen gedaan wordt door bedrijven die al lang(er) klant zijn binnen industrieën die al jarenlang hun bijdrage leveren aan het succes van de Rotterdamse haven. Zij vernieuwen processen, breiden hun portfolio uit, of zien vanuit hun historische knowhow bij hun activiteiten ruimte voor innovatie. Dit vaak in samenwerking met andere partijen in het Rotterdamse havencluster.

Wat ik ermee wil zeggen is: je hoeft geen startup te zijn om interessant gevonden te worden. Sterker nog: als Havenbedrijf investeren we ook zelf veel in het ondersteunen van activiteiten die al heel lang de basis vormen voor het Rotterdamse succes.

Maatwerk

Het succes van bedrijven in Rotterdam is tijdens het afgelopen anderhalf jaar nadrukkelijk op de proef gesteld. Direct aan het begin van de pandemie, die, zoals bekend, in China begon en daardoor meteen een supply chain verstoorde die voor veel Rotterdamse ondernemingen hun dagelijkse business is, hebben we maatregelen genomen om onze klanten te helpen. Dat ging niet om generieke maatregelen voor elk bedrijf in de haven, maar om maatwerk. Als er problemen waren, dan konden ondernemers langkomen en keken we samen hoe de storm doorstaan kon worden.

Robuuste ondernemingen

Uiteindelijk meldden onze klanten, groot of klein, zich nauwelijks. Natuurlijk heeft dat ook te maken met de steunmaatregelen die de overheid invoerde. Het merendeel van onze relaties heeft het heel goed gedaan. De uitzonderingen waren onder meer te vinden bij die bedrijven die sterk afhankelijk zijn van evenementen of horeca.

Overall bleken de ondernemingen in het havencluster zeer robuust en zo flexibel dat een disruptie die we nooit eerder in deze mate meemaakten kon worden opgevangen.

Nieuwe kansen

Intussen is de omslag razendsnel gegaan, zoals ook blijkt uit onze halfjaarcijfers. Er is bepaald geen sprake van een zomerdip – het is ‘alle hens aan dek’ op dit moment. Sterker nog: schaarste en tekorten dreigen. Gebrek aan grondstoffen, aan lege containers, maar ook aan arbeidskrachten vormen een nieuwe uitdaging. Dat gegeven biedt alle bedrijven, jong en oud, kansen voor de (nabije) toekomst. Ik heb alle vertrouwen in de innovatiekracht, flexibiliteit en weerbaarheid van de ondernemingen in onze haven.