Driehonderd keer per jaar stappen de mannen en vrouwen van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) in hun kleine, maar oersterke reddingboten om zeevarenden in de beroepsvaart te hulp te schieten. Als het spookt op zee en iedere landrot zich naar binnen haast, komen zij in actie zodra hun pieper gaat. De KNRM heeft 1400 vrijwilligers, 45 reddingstations en 75 reddingboten langs onze kust. Per jaar komen ze ruim 2.000 keer in actie waarbij ruim 3000 mensen worden geholpen. ”En dan heb ik het nog niet eens over de 800 a 900 keer per jaar dat de dienstdoende KNRM-arts gebeld wordt voor medisch advies aan zeelui op alle oceanen ter wereld.” Dit vertelt Edward Zwitser, KNRM-woordvoerder tijdens het veel bekeken videoprogramma Call to Action van de Rotterdam Port Promotion Council (RPPC), afgelopen woensdag 7 april.
Juist voor de beroepsvaart
Zijn Call to Action aan de maritieme bedrijven is het duidelijk maken dat de KNRM vooral voor de professionele zeevaart 24/7 paraat is. “Zij krijgen soms de indruk dat wij er alleen maar zijn voor de recreanten. Hoewel wij daar wel het meest voor uitrukken, zijn wij met onze opstappers, boten en deskundigheid juist voor de professionele zeevaart uiterst relevant. Al vanaf 1824, toen tijdens een vliegende storm op de Noordzee 17 gelijktijdige scheepsrampen de noodzaak voor een georganiseerd reddingswezen met reddingstations langs de kust duidelijk maakten”, vertelt Edward Zwitser de kijkers en RPPC - presentator Chris van der Deijl.
‘Wees blij”
Edward krijgt regelmatig de vraag wat de KNRM het afgelopen jaar nu eigenlijk gedaan heeft als ‘mijn maritieme bedrijf’ niet om hulp heeft gevraagd. ”Wees blij” is zijn nuchtere antwoord dan, want dat betekent dat je een jaar lang geen ellende hebt gehad. Maar de volledige KNRM organisatie heeft in dat jaar wel 365 x 24 uur klaar gestaan om jullie schepen en bemanningen te hulp te schieten. “Dit is de boodschap die we vandaag graag aan de kijkers mee willen geven”, vertelt Edward.
Kernwaarden
De KNRM organisatie bestaat uit vrijwilligers, omdat zij intrinsiek gemotiveerd zijn. Geleidelijk komen er meer vrouwen aan boord. Logisch, want vrouwen kunnen net zulke bikkels zijn als mannen en van meer diversiteit wordt een organisatie alleen maar sterker. Maar gemotiveerd zijn is niet genoeg. Pas na een driejarige opleiding zijn zij volwaardig opstapper. Het opleidingsinstituut STC-KNRM gebruikt vaak ervaren opstappers als docent, omdat zij precies weten hoe het in het echt werkt. De hulpverlening is kosteloos voor de hulpvrager. Het gaat om afdoende hulp. Verder is de KNRM volledig ongesubsidieerd. Particuliere en beroepsmatige donateurs leveren hun bijdrage vanuit de overtuiging dat het werk van vitaal belang is. Edward legt uit: “Daar zijn wij mateloos trots op. Overheden bepalen eerst het budget en kijken dan wat je er mee kunt doen. Wij kijken eerst wat er gedaan moet worden. De kwaliteit staat voorop.”
Radio Medische Dienst
Je zou het de ‘droge’ kant van het werk kunnen noemen. Hoewel de medische consults van de eveneens vrijwillige huisartsen allerminst saai zijn. Lucas Viruly, één van de RMD-artsen, vertelt: “Samen met vier collega’s loop ik mee in 1week/4 weken af-rooster. Met een pieper en een laptop zijn wij dan bereikbaar voor medische vragen van scheepsbemanningen over de hele wereld. Ziektes of verwondingen waarvoor de eerstelijnszorg van de Eerste Stuurman aan boord geen afdoende hulp biedt, komen bij ons terecht. Nog meer dan in onze huisartsenrealiteit, is het hier onvoorspelbaar wat we voor ons krijgen. Een volwassen Filipijnse man met waterpokken (opletten, want dat is besmettelijk en kan ernstige complicaties oproepen), advies bij het hechten van een flinke wond aan de pols aan boord van een visserschip voor de Zuid-Amerikaanse kust tot advies over de risico’s van corona bij het aandoen van een haven.
Altijd bereikbaar
Lucas en zin collega’s kunnen dag en nacht gebeld worden. Midden tijdens een consult als huis- of havenarts, of midden in de nacht vanaf de Stille Zuidzee. De adviezen van de RMD-arts kunnen grote logistieke of financiële gevolgen hebben. Een blinde darm ontsteking kan leiden tot een helikopter-evacuatie of zelfs tot het aanlopen van de dichtstbijzijnde haven. Binnenvaartschepen kunnen ook bellen, maar zij zijn vaak beter af bij 112. Vaak kan de ambulance dichtbij genoeg komen. Lucas werkt al 15 jaar als RMD-arts en heeft ervaren dat het een jaar of tien duurt voor je dit hele specifieke medische werk onder de knie hebt. “Maar droog of saai is het nooit”, weet hij.

vlnr: Lucas Viruly, René de Vries
(Rijks-)Havenmeester van Rotterdam
René de Vries is niet alleen (Rijks-)Havenmeester van Rotterdam. Net als diverse andere RPPC-leden is hij actief als vrijwilliger bij de KNRM. “Ik kom met mijn acht jaar nog maar net kijken. Velen zijn langer lid en gaan pas weg als ze gepensioneerd worden.” Hij is voorzitter van de Plaatselijke KNRM Commissie Rotterdam. Dat houdt in dat hij de thuisbasis van de plaatselijke opstappers operationeel helpt houden. Hij werkt aan de bemensing van het station, zorgt dat de opleidingen goed lopen en het materieel op orde blijft. “Nog belangijker vind ik het om te zorgen dat onze vrouwen en mannen na een inzet op een station komen waar het licht brandt, de verwarming aan is en de koffie en frikandellen klaar staan. Dan opgevangen worden door kameraden die weten wat de opstapper heeft meegemaakt, dat is heel erg belangrijk, gezond en fijn. Ik ben er trots op onze helpers zo te kunnen helpen.” Nazorg is meestal vrijwillig. Maar bij de surfersramp bij Scheveningen vorig jaar, toen er meerdere jonge mensen om het leven gekomen waren, hebben alle betrokken KNRM’ers professionele hulp gehad om te voorkomen dat ze in de psychische problemen kwamen. “Het zijn wel bikkels, onze opstappers, maar ze zijn ook maar mensen. Maar we zeggen wel eens dat tegen het KNRM-virus geen vaccin bestaat. Als die pieper gaat, dan ga je. Punt.”
Kijk de Call to Action hier terug