Spin in het web op de Maasvlakte

Tussen de grote deepsea containerterminals op de Maasvlakte ligt Rotterdam Container Terminal van de Kramer Group. Mede door deze centrale ligging is het familiebedrijf uitgegroeid tot containerdraaischijf op de Maasvlakte. Indien deepsea terminals binnenvaartschepen niet tijdig kunnen afhandelen, kunnen deze containers bij Kramer geladen en gelost worden. RPPC ging virtueel op bezoek bij eigenaar en CEO André Kramer en hij vertelde over de ontwikkelingen en de ambitie om verder gestalte te geven aan de draaischijffunctie voor containers op de Maasvlakte.

André neemt ons mee terug naar de eerste stappen op de Maasvlakte: “In 1998 hebben wij met Kramer Container Logistics de eerste positie ingenomen grenzend aan de ECT Delta terminal. Rotterdam Container Terminal, gelegen aan de Hartelhaven, is in 2007 geopend en hier bedienen we vandaag de dag een groot aantal feeder en barge operators. In het begin handelden wij met name lege containers af voor onze depotklanten, maar gaandeweg heeft Kramer ook een rol gekregen in de overslag van volle containers.”

Bundelen van kleine containervolumes
Containerbinnenvaartschepen doen tijdens de rondgang door de Rotterdamse haven diverse terminals en depots aan. Met regelmaat kunnen binnenvaartschepen niet tijdig alle containerterminals op de Maasvlakte aandoen. Teveel tijd doorbrengen in de haven is nadelig voor de turnaround en daarom niet goed voor de omzet van de binnenvaart. Met het Barge Service Center biedt Kramer een oplossing om containers toch op tijd te lossen op de Maasvlakte, waarna ze het laatste stukje over de weg naar de deepsea terminals worden gereden.

“Wat wij heel duidelijk terugzien in de data is dat 70% van de lichters die naar de Maasvlakte komen überhaupt RCT al aandoen voor het laden en lossen van lege containers. Het is derhalve superefficiënt om ook onze terminal te gebruiken voor het laden en lossen van kleinere plukjes volle containers die niet tijdig gelost kunnen worden bij de deepsea terminals. Het Barge Service Center wordt door diverse inland terminals en barge operators gebruikt, zodat zij snel weer naar het achterland kunnen vertrekken. Zo voorkomen zij dat ze lang in de haven moeten wachten totdat alle terminals tijd hebben om hen af te handelen”, legt André uit.

Bewezen oplossing
Samen met ketenpartners werkt Kramer aan de doorstroming binnen de Rotterdamse haven. André licht toe: “Wij werken bijvoorbeeld nauw samen met RWG; zij sturen met regelmaat barges naar ons toe voor het lossen van export containers. Vanaf komend jaar gaan we ook importstromen van RWG naar RCT toe trekken. Dit maakt het hele proces voor barge operators nog efficiënter. Het is fijn dat ze dan zowel import- als exportlading kunnen laden en lossen. Voor ons heeft het als voordeel dat wij ritten over de weg kunnen combineren: vol heen en vol terug. Dit heeft een gunstig effect op de transportprijs.”

Feeder Service Center
Ook het gebied van het afhandelen van feeders (red. kleinere zeeschepen die varen tussen de hub Rotterdam en kleinere havens in Europa) zit de Kramer Group niet stil. “Wij zien een parallel tussen het Barge Service Center en het afhandelen van feeders. Deze schepen bezoeken ons ook al om lege containers bij te laden. Dit zijn vaak lege reefers die dan later weer terugkomen naar continentaal Europa met verse vis. Met de komst van de Container Exchange route (red. een speciale baan tussen de terminals op de Maasvlakte voor het uitwisselen van containers) wordt het supergemakkelijk en kostenefficiënter om containers tussen terminals te laten bewegen. Natuurlijk is direct de juiste containerterminal aandoen het allerbeste voor iedereen, maar in de praktijk kan het door vertragingen en ander oponthoud voor een feeder operator lonend zijn om containers centraal af te handelen bij ons Feeder Service Center. Concreet betekent dit lossen bij Kramer en via de CER de containers naar de juiste deepsea terminal brengen”, vertelt André.

Multi user railterminal
Met 5 portaalkranen op de Maasvlakte is Kramer klaar om de verwachte groei aan te kunnen. André besluit: “Naast de afhandeling van binnenvaart- en feederschepen zijn wij ervan overtuigd dat eenzelfde systeem ook perfect zou werken voor de afhandeling van containertreinen. Een multi user railterminal met directe aansluiting op de CER betekent een enorme impuls voor het Rotterdamse railproduct. Met onze kennis hebben wij de ambitie om de exploitatie van zo’n railterminal op ons te nemen. Als spin in het web ter ondersteuning van de deepsea terminals en een efficiënte Rotterdamse containerhaven.”