De EU en China sloten eind vorig jaar een investeringsverdrag af. De overeenkomst is nog niet geratificeerd, maar het is verstandig nu al te inventariseren hoe bedrijven in de Rotterdamse haven kunnen profiteren van het akkoord.
RPPC organiseerde een digitale Port Call over de investeringsdeal en nodigde drie sprekers uit voor een toelichting. Allereerst Jin Chen, werkzaam voor adviesbureau Grant Thornton en oprichter van de Dutch China Desk. Die geeft advies aan Nederlandse bedrijven die in China willen investeren – en omgekeerd. Ook Dr. Bart Kuipers nam deel aan de sessie. Hij is haveneconoom aan het Erasmus Centre Urban Port en Transport Economics in Rotterdam. En RPPC nodigde een ondernemer uit die al jaren actief is in China, namelijk Jan Koolen, directeur van Unit 45. Zijn bedrijf bouwt niet alleen de zelf ontwikkelde 45 voet containers in China, maar is ook actief op de Nieuwe Zijderoute.
Ingrijpende wijzigingen
In de afgelopen decennia is een grote disbalans ontstaan in de wederzijdse investeringsvolumes tussen de EU en China. Zo zijn er traditioneel weinig belemmeringen als Chinese ondernemingen willen investeren in Europa, maar zijn de drempels omgekeerd veel hoger, legt Chen uit. “Er is in China nog geen sprake van een voorspelbaar en veilig regelgevingsklimaat. Dat belemmert investeringen door buitenlandse bedrijven.”
De overeenkomst moet zorgen voor een gelijk speelveld. De maatregelen die China wil doorvoeren zijn een ingrijpende wijziging van het beleid, zo blijkt uit de presentatie van Jin Chen.
Disciplinering staatsbedrijven
“Het verdrag wil de manier waarop staatsbedrijven, die zorgen voor 30% van het BNP, werken disciplineren en in overeenstemming brengen met internationale standaarden.” Om dit te bereiken zal China specifieke informatie verstrekken over de manier waarop deze bedrijven opereren. Niet alleen economisch, maar ook op het gebied van duurzaamheid, social responsability en het verstrekken van staatssubsidies.
Bescherming technologie
“Een belangrijk onderdeel van het akkoord betreft de bescherming van Intellectueel Eigendom en de gedwongen overdracht van technologie. Strenge regels moeten dit na rectificatie van het verdrag tegengaan. Om dat effectief te bereiken zijn ook regels over disputen en geschillenbeslechting opgenomen in de overeenkomst.” Daarnaast verbindt China zich ook op het gebied van arbeidsrecht en milieu aan internationale overeenkomsten en standaarden. Chen: “Zo trekt Europa China omhoog in hun standaarden.”
Als het gaat om logistieke activiteiten zullen Europese bedrijven straks zonder beperking kunnen investeren in vrachtafhandeling, containerdepots, stations en maritieme agentschappen. “In de automobielindustrie zal de eis te werken in een joint venture met een Chinese partner afgeschaft worden.”
Kansen voor bedrijven
Bart Kuipers vindt het een belangrijk investeringsakkoord, omdat het de kansen voor Nederlandse bedrijven vergroot. “We importeren veel uit China deels ook voor wederuitvoer, en exporteren hightech-goederen en landbouwproducten naar het land.
Als het akkoord neerslaat in directe investeringen van Nederlandse bedrijven daar, dan is dat goed voor beide landen.” Het verdrag brengt volgens de haveneconoom veel meer balans in de verhoudingen tussen Europa en China.
Patenten
Voor Kuipers zijn de bepalingen over de technologieoverdracht cruciaal in dit verdrag. “In de praktijk moet blijken of het echt werkt, anders is nog steeds geen sprake van transparantie en is er ook geen level playing field.” Jan Koolen, van Unit 45, deelt die mening en ziet dat de afgelopen jaren al veel ten goede veranderd is: “Als je me tien jaar geleden vroeg hoe het zit met de bescherming van technologie in China, dan antwoordde ik dat de werkwijze neerkwam op het overnemen van onze technologie. Dat is nu al veel minder.” Koolen geeft aan in China een rechtszaak te voeren wegens de inbreuk op een patent. “Ik moet eerlijk zeggen dat de zaak op een professionele en westerse manier wordt aangepakt.” Koolen kijkt daarom met vertrouwen naar de toekomst. “Door een betrouwbare partner te zijn, vergroot China natuurlijk ook de markt voor zichzelf.”
OBOR
Jin Chen (Grant Thornton) maakt duidelijk uit dat het verdrag met de EU past in de doelstellingen van het vijfjarenplan van de Communistische Partij. “Het One Belt One Road-project (OBOR) speelt een dominante rol in de politiek van China”, legt Chen uit. “In feite worden alle ontwikkelingen onder de OBOR-geschaard, zo is er een sustainable belt road voor duurzaamheid, een digitale belt road voor digitalisering, etc. Deze strategie behelst dus veel meer dan alleen de Nieuwe Zijderoute, hoe belangrijk die ook is.”
Dat roept de vraag op of Nederland, en dan met name Rotterdam, wel voldoende is aangesloten op die silkroad. Koolen en Kuipers vinden van niet. Kuipers: “Duisburg profileert zich nu als gateway to Europe voor Chinese bedrijven. Maar die gateway was Rotterdam toch altijd?” De haveneconoom ziet initiatieven in Tilburg en Venlo, maar mist een overkoepelende visie. Die mening deelt Koolen. “We moeten alle kansen grijpen die er zijn.”
Kwaliteit belangrijker
Chen geeft een aantal van die opportuniteiten: ten eerste hebben Nederlandse ondernemingen een voorsprong op het gebied van duurzaamheid, daar waar Chinese bedrijven juist veel interesse hebben in verduurzaming. “Daar liggen beslist kansen.” Daarnaast zet het actuele vijfjarenplan meer in op kwaliteit en minder op kwantiteit, en juist Nederlandse leveranciers staan bekend om de kwaliteit van hun producten. “Het verdrag biedt mogelijkheden voor Nederlandse bedrijven om succesvol te zijn in China.”
Bekijk de Port Call