RoyBorghoutsFotografie-190412-RPPC&Mainport&DeJong-026

In de binnenvaart kent vrijwel iedereen Rederij de Jong. Tijd voor RPPC-directeur Albert Straatman om eens langs te gaan. Op het water nabij Moerdijk, tussen de duwbakken, spreekt hij met de gebroeders De Jong.

Rederij de Jong profiteert van overvolle autowegen

In de binnenvaart kent vrijwel iedereen Rederij de Jong. Het familiebedrijf dat al meer dan honderd jaar bestaat, vervoert onder meer veel voor energiecentrales. De Jong is al jaren lid van Rotterdam Port Promotion Council (RPPC). Tijd voor RPPC-directeur Albert Straatman om eens langs te gaan. Op het water nabij Moerdijk, tussen de duwbakken, spreekt hij met de gebroeders De Jong.

Rederij de Jong is een oud familiebedrijf. Is ook echt de hele familie actief binnen het bedrijf?

Pelger: ‘Bijna wel. Wessel en ik zijn de vijfde generatie. Ik doe de logistieke planning en zit op kantoor. Wessel is als handige van de twee meer betrokken bij de operationele kant. We hebben ook nog twee zussen, maar die werken niet in het bedrijf. De zaak staat nog onder de dagelijkse leiding van onze vader, die liever op de achtergrond blijft. Verder komt opa nog iedere dag langs met de krant en dan loopt er ook nog een oudoom rond.’

Jullie omschrijven jezelf als het bedrijf ‘voor alle vervoer over water’. Hoe ziet dat er in de praktijk uit?

‘We vervoeren veel uiteenlopende producten. Van houtpellets en kolen voor de energiecentrales, tot veevoer, breakbulk en onderdelen van windmolens. Het is heel uiteenlopend, maar 50 procent van onze business bestaat wel uit vervoer voor energiecentrales. Dus daar liggen onze belangrijkste inkomsten.’

Is dat niet enorm risicovol?

‘Hoewel er steeds meer gebruik gemaakt wordt van alternatieve brandstof, bijvoorbeeld middels de houtpellets die wij vervoeren, zien we in dat energiecentrales wellicht iets minder toekomstbestendig zijn. Daarom zijn we naast deze markt ook zeker bezig met alternatieven. We zien bijvoorbeeld groeimogelijkheden in veevoer, breakbulk en grensoverschrijdend vervoer.’

We liggen hier tussen de duwbakken. Vervoeren jullie alles op deze manier?

‘Ongeveer 70 procent van onze handel wordt vervoerd met duwbakken. Wat veel mensen echter niet weten, is dat we ook nog 30 procent met motorschepen doen. Met deze motorschepen vervoeren we zo’n 2 miljoen ton droge ladingen als agribulk en breakbulk.’

Waarom en wanneer kies je voor gebruik van een duwbak?

‘Dat is van een aantal zaken afhankelijk. Een duwbak kan over het algemeen meer vervoeren, maar is wel minder wendbaar. Hij kan niet over alle vaarwegen. Duwbakken gebruiken we ook als middel voor voorraadbeheer. Neem weer die energiecentrales. Die moeten 365 dagen in het jaar blijven draaien. Dat betekent dat ze ook het hele jaar beleverd moeten worden. Wij zorgen ervoor dat we hen continu kunnen voorzien van voorraad.’

Wanneer worden motorschepen ingezet?

‘Een motorschip moet altijd varen, dat kan niet stilliggen. Het kan zijn dat een klant haast heeft. Stel, een klant vraagt om vier transporten. De eerste moet er snel zijn. Dan brengen we deze met een motorschip en de rest met duwbakken. We doen het continu in overleg met de klant. De snelheid van het lossen bepaalt wat we in kunnen zetten.’

Rederij de Jong profileert zich ook als leerbedrijf

‘Het is tegenwoordig echt heel moeilijk om geschikt, geschoold personeel te vinden. We willen leerlingen daarom graag zo jong mogelijk aan ons binden. We werken daarvoor samen met diverse maritieme opleidingen. We bieden ook versnelde leerwerktrajecten aan voor zij-instromers. Deze leerlingen kunnen bij ons al binnen zestig dagen matroos worden.’

Wat is jullie ambitie voor de komende jaren? Waar ligt de focus?

‘We zullen de komende tijd wat meer naar buiten treden om zo ook nieuwe klanten aan te spreken. We zien zoals gezegd veel potentie in bijvoorbeeld agribulk. We hebben echt de ambitie om te groeien met ons bedrijf. De drukte op de weg biedt kansen voor vervoer over het water. Niet alleen in Nederland, maar bijvoorbeeld ook in delen van Duitsland en in België. Daar liggen echt mogelijkheden voor ons.’

Nieuwe regels vragen om verduurzaming. In hoeverre zijn jullie bezig met vergroening?

‘Hoewel we alles op de voet volgen, springen we niet zomaar overal in. Met LNG hebben wij bijvoorbeeld bewust niets gedaan, omdat de resultaten nog onvoldoende zijn. Wij zien veel meer toekomst in waterstof. Brandstof in combinatie met waterstof. Daar kijken we nu het meest naar. Voordat elektrisch varen een mogelijkheid wordt, moet er echt nog heel wat gebeuren. Je kan nu echt niet even stilliggen om de accu op te laden. Onze grootste duwboot, de Libra bijvoorbeeld, die moet 24 uur per dag varen. Die oplaadtijd zou veel te veel geld kosten. Wat we wel ook heel interessant vinden is autonoom varen. Dat zou met de duwbakken goed mogelijk moeten zijn. We laten het pionieren echter nog even aan anderen over.’

Rederij de Jong is al jaren lid van RPPC. Wat doen jullie met het lidmaatschap?

‘We doen mee aan verschillende evenementen die RPPC organiseert. Zo staan we dit jaar weer samen met andere leden van RPPC op de Europese Warenbeurs in Wenen. Hier komen alle handelaren uit de wereld samen. Dankzij ons lidmaatschap hebben we niet alleen de mogelijkheid om ons richting de buitenwereld te profileren, we houden er ook goede contacten met andere leden aan over.’

thumb (2)