HERO-mondiale

“Oceanië is ons bread and butter”

De website van Mondiale VGL laat een zeer breed spectrum aan activiteiten zien. En niet voor niets, maakt Hans Bergwerff, Country Manager BeNeLux bij Mondiale VGL duidelijk. “De onderneming is een joint venture van Mondiale, de marktleider in Nieuw-Zeeland, en Visa Global Logistics (afgekort VGL). Dat is de grootste private expediteur in Australië.”

 

Anderhalf jaar geleden kwam het, met inbreng van Private Equity tot een joint venture tussen beide ondernemingen. “En dat was eigenlijk pas het begin. Er wordt gewerkt aan een beursgang in Auckland en Sydney later dit jaar, wat onder meer moet zorgen voor kapitaal om een verdere expansie te financieren.”

 


Marktaandeel veroveren

Het brede aanbod aan diensten dat de website toont is op dit moment echter nog geen afspiegeling van de activiteiten in Europa. “We hebben op dit continent weliswaar kantoren in Italië, Spanje, Duitsland, Nederland en België, maar afgezien van Italië zijn we hier, oorspronkelijk als VGL, nog niet heel lang actief,” legt Bergwerff uit. In Nederland gaat het om vijf jaar, in België bestaat drie jaar een aanwezigheid. “Maar wat internationaal geldt, is ook hier van toepassing: het doel is marktaandeel te veroveren.” Bergwerff weet als geen ander dat dit geen eenvoudige opgave is gezien het grote aantal expediteurs dat actief is.

 


Drie kantoren

De vraag die zich daarom opdringt: hoe onderscheidt de onderneming zich dan? “Vooral door focus,” is het duidelijke antwoord van de Country Manager. “In Oceanië zijn we absoluut de nummer één. Dat is ons bread and butter. We hebben daar zoveel meer mogelijkheden dan andere Europese collega’s dat we ons daarin in elk geval al onderscheiden.”

 

Daarnaast richt Mondiale VLG ook het vizier op Noord-Amerika. “Maar we zijn realistisch. We moesten hier eerst een stevige basis opbouwen en met 35 medewerkers staat de organisatie nu.” De organisatie van Bergwerff beschikt daarvoor over drie kantoren, namelijk op Schiphol, in Ridderkerk en in Antwerpen.

 


Oceanië vooral een importbestemming

In tegenstelling tot de volumes van en naar (vooral) China, zijn er weinig cijfers over de trade tussen Oceanië en Noordwest-Europa. “Wij verschepen nu vanuit Nederland en België een volume van ruim 15.000 TEU maar dat is maar een klein deel van het totale volume.” Wel is duidelijk dat de import/export verhouding opvallend is. “Australië is een importerend land. Agrarische producten, denk aan meststoffen maar ook aan materiaal voor het bouwen van kassen, exporteren we ernaartoe.” De export is op dit moment vanuit Oceanië is vooral gericht op China (grondstoffen) en Japan (vis).

 

Het kantoor op Schiphol duidt al aan dat Mondiale VGL actief is op het gebied van luchtvracht. “We consolideren wekelijks vracht voor een vlucht naar Australië.”

 


RPPC als netwerkomgeving

Gezien de groei-intenties hoeft het lidmaatschap van RPPC niet te verbazen. “We hebben een netwerk en een historie in een deel van de wereld dat hier niet heel bekend is. We hopen contacten op te bouwen met partijen in het Rotterdamse en RPPC is daarvoor een heel geschikt netwerk.”

 


Lagere tarieven

De opmerking die Bergwerff maakte over het grote aantal expediteurs staat niet op zichzelf. “Na de pandemie blijkt toch wel dat we wereldwijd met veel partijen eten van dezelfde koek. Dat geeft een bepaalde dynamiek, die zich onder meer uit in lagere tarieven.” De Country Manager heeft daarbij wel een eigen reflectie op de kritiek die nu richting rederijen klinkt dat er weer veel te veel in nieuwe schepen wordt geïnvesteerd, waardoor overcapaciteit zal ontstaan zoals we die voor de pandemie kenden.

 

“De emissiewetgeving zal onder meer met zich meebrengen dat schepen langzamer gaan varen. Voor een stabiele loop naar het Verre Oosten heb je eigenlijk 12 schepen nodig. Als die langzamer gaan varen worden dat er 14. Dat is een consequentie van klimaatbeleid die niet iedereen meldt.”

mondiale thumbnail