Op een locatie die al sinds 1823 in gebruik is startte ruim een jaar geleden een nieuwe terminal: Greenport Rotterdam. “Wij faciliteren de business van andere ondernemers.”

Het was een begrip in het Rotterdamse: Niehuis en Van den Berg. Een scheepsreparatiebedrijf in Pernis, dat met voorlopers zelfstandig bestond van 1893 tot 1998. Dan neemt Damen Shiprepair de onderneming over en voegt het samen met andere activiteiten. Vorig jaar werd Landmark Europe BV eigenaar van de faciliteit, en doopte deze locatie om tot Greenport Rotterdam. Wiebbe Bonsink, inmiddels nog slechts als aandeelhouder en adviseur betrokken bij HEBO, nam deze terminal onder zijn hoede. “Al in de tijd dat ik DGA was van HEBO zag ik dat veel van onze klanten behoefte hebben aan een locatie die ze voor fysieke activiteiten kunnen gebruiken. Denk aan onderhoud voor schepen, of aan het bouwen van installaties voor de petrochemische industrie.” Kortom: een locatie met veel kade lengte, hallen en installaties om een breed scala aan activiteiten te kunnen uitrollen, zonder dat die omgeving in eigendom van de gebruikers is.

Faciliteiten huren

“Dergelijke partijen kunnen bij ons ruimte en equipment huren. En dat op dag-, week of jaarbasis – of nog langer.” Greenport is daarbij geen terminal in de klassieke zin: ze biedt ruimte aan een scala aan huurders, zonder zelf over veel personeel te beschikken.

“Sterker nog”, haast Bonsink te melden, “toen ik na mijn periode als DGA dit bedrijf opzette wilde ik bewust heel weinig personeel. Je moet het meer zien als een community, een netwerk aan bedrijven dat hier in de meest letterlijke zin samenwerkt”

In zekere zin klinkt die omschrijving bekend: op meerdere plaatsen bestaan ‘pressure cookers’ of ‘incubator’ die startups naar de markt willen brengen. “Klopt”, beaamt Bonsink. “Wij werken alleen niet zo zeer met startende ondernemingen, maar juist met bestaande bedrijven die verlegen zitten om een bepaalde voorziening, of in contact willen komen met andere ondernemingen die zichzelf op hun eigen terrein al bewezen hebben.”

Bonsink verwijst daarbij op een van de huurders bij Greenport Rotterdam, die een speciale verfcoating ontwikkelt waardoor binnenschepen veel minder brandstof verbruiken. “Dat kunnen zijn niet solitair uitrollen, daar hebben ze een ecosysteem voor nodig. En dat bieden wij.”

Duurzaam opereren

Bonsink geeft niet voor niets dit voorbeeld. “Onze onderneming is natuurlijk geïnspireerd door een kleiner maar vergelijkbaar HEBO-project in Zwartsluis. Ik wilde dit echter niet alleen grootser, maar ook heel duurzaam opzetten. Vandaar de naam Greenport.”

De intentie bedrijven met elkaar te verbinden is ook een reden nu lid te worden van RPPC. “In zekere zin hebben zij dezelfde doelstelling. Eerlijk gezegd hoorde ik vanuit HEBO al hele goede berichten over RPPC. Ik denk het netwerk heel sterk is en die bedrijven voor ons, en wij voor hem, een aanvulling zijn. Het succes van ons businessmodel is afhankelijk van partners, en RPPC is juist een heel sterke partnerorganisatie.” Zijn tip aan de medeleden is dan ook: “blijf investeren in innovatie en samenwerking opdat Rotterdam succesvol blijft.”