Zonder titel (2000 x 1000 px) (6)

Leo Ruijs viert werkjubileum bij ECT

Er zijn deze maand twee redenen om Leo Ruijs, CEO van ECT te feliciteren. Ten eerste met het nieuws dat Hutchison Ports, samen met rederij MSC en hun terminaldochter TIL, een nieuwe terminal wil ontwikkelen met een overslagcapaciteit van zes tot zeven miljoen teu. Daarnaast is Ruijs inmiddels precies 20 jaar in dienst bij ECT.

De CEO reageert eerst met een nuancering op het terminalnieuws. “Het is nog maar het begin, het is een intentieverklaring.” Er is volgens Ruijs nog een lange weg te gaan voordat er daadwerkelijk een nieuwe terminal staat op het Delta-schiereiland. “De markt en de politiek zijn, voorzichtig uitgedrukt, nogal bewegelijk de afgelopen periode en dat heeft altijd zowel op de kortere als langere termijn effect.”

De CEO doelt daarbij op achtereenvolgens Brexit, Covid, de oorlogshandelingen van Poetin en de zorgen over andere geopolitieke spanningen, naast uitdagingen die meer lokaal spelen, zoals de stikstofcrisis, hoge energieprijzen en, ook hier nog steeds, Corona. “Combineer dat met een behoorlijke chaos in de logistiek, forse inflatie en de mogelijkheid van een economische crisis op korte termijn. Wat de impact van dat alles is zullen we moeten afwachten.” Op onze felicitaties met zijn werkjubileum reageert Ruijs dan ook lachend: “Dat is tenminste nog een vrij stabiele factor.”


Geen dag hetzelfde

Toen Ruijs begon was zijn intentie eigenlijk een jaar of drie te blijven. “Ik had met de toenmalige financieel directeur afgesproken hem te helpen bij de entree van Hutchison als meerderheidsaandeelhouder. En hij hielp mij, doordat ik zo terug kon keren uit Spanje waar ik in de projectontwikkeling werkzaam was. Ik wilde weer aan het werk in Rotterdam.”

In oktober 2002 begon Ruijs bij ECT, om al in juni 2004 financieel directeur te worden. “Dat verwachtte ik niet, zo’n stap na anderhalf jaar. Maar ik vond en vind het een geweldige omgeving. De dynamiek is enorm, geen dag is hetzelfde en er speelt altijd veel in en rond de haven en ECT. Dat is nu niet anders dan twintig jaar geleden.”


Business-georiënteerde CFO

Eerder werkte Ruijs negen jaar als consultant bij ondernemingen die uiteindelijk opgingen in het wereldwijd opererende accountantskantoor PwC. Het mooie van die tijd, geeft hij terugkijkend aan, was het feit dat accountants zich nog niet specialiseerden, maar een breed scala aan opdrachten verzorgden. “Je kon jaarrekening controles doen, maar ook overnametrajecten en aandelenwaarderingen. Het werk was ook niet sector gebonden. Dat heeft me een prachtige basis gegeven voor mijn verdere loopbaan. Zo kon ik ook uitgroeien tot een business georiënteerde CFO.” In maart 2015 werd Ruijs benoemd tot CEO.

Ruijs beschouwt zijn directe medewerkers als belangrijkste factor bij het leiden van de onderneming, “Je bent als CEO net zo goed als het team waar je mee werkt. Alleen kom je niet zo ver. Je doet het samen. Daarom ben ik ook heel blij dat Wilgert Willems na mijn stap naar CEO de rol van CFO overnam. Wij hadden en hebben beiden ambitie en hebben samen deze stappen kunnen maken.”


Footprint RPPC steviger geworden

Sprekend over succesvol samenwerken, komt het gesprek vanzelf op de RPPC, dat immers de gezamenlijkheid van de bedrijven in het Rotterdamse uitdraagt en promoot. Ruijs is RPPC-bestuurslid. “Dat is gegroeid uit maatschappelijke betrokkenheid. Ja, we hebben een aandeelhouder in Hongkong, maar ons bedrijf is in de basis Rotterdams. We zijn hier een grote werkgever en een grote klant van het Havenbedrijf Rotterdam. Dan vind ik dat je als bedrijf ook een rol in maatschappelijk opzicht en in de gemeenschap moet spelen, vandaar mijn betrokkenheid bij RPPC en ook bij Deltalinqs.”

Kijkend naar RPPC ziet de CEO dat het draagvlak van de organisatie binnen het bedrijfsleven steviger is geworden. “Het is directeur Albert Straatman en zijn team gelukt bedrijven werkelijk samen te brengen in een community. Het is voor kleinere ondernemingen vaak lastig een vuist te maken in de markt, maar RPPC geeft hen een gezicht en een gezamenlijke aanwezigheid.”


Het gelijk van Gerrit Wormmeester

Als Ruijs het heeft over maatschappelijke betrokkenheid, hoe ziet hij vanuit zijn positie als directeur van een grote havenonderneming dan de relatie met de stad, vragen we. “Het is ECT daarbij niet anders vergaan dan veel andere ondernemingen. We zijn in de stad begonnen halverwege de jaren zestig. In 2015 vertrokken we met de sluiting van de Home Terminal uit de stad.”

Gerrit Wormmeester, die president-directeur van ECT en hoogleraar was, maar bovenal initiatiefnemer van de eerste geautomatiseerde terminal, had, vindt Ruijs, een heldere visie toen hij stelde dat de activiteiten naar de Maasvlakte zouden gaan. Hij kreeg kritiek – maar had wel gelijk. “Kijk maar eens wat er langs die 50 kilometer allemaal gerealiseerd is tussen het centrum van de stad en de Maasvlakte, maar ook op de Maasvlakte zelf.”

Het vertrek uit de stad heeft fysiek maar ook qua mindset wel geleid tot een afstand tot de stad. “Dat zie je terug bij de uitdagingen die veel ondernemingen hebben bij het vinden van personeel. Jongeren willen in de stad werken, ze hikken aan tegen de reistijd.”

Ruijs geeft aan dat meer dan vroeger werk op kantoor kan worden gedaan. “Dat geldt natuurlijk voor ondersteunende diensten en IT, dat is deels niet locatiegebonden. Maar de operatie vindt toch echt op de terminal plaats.”


Kraanmachinisten in remote control room

Ook daar zijn overigens veranderingen te zien. Zo zullen kraanmachinisten steeds vaker in een kantooromgeving met pc’s de kranen bedienen. Ruijs: “Ik ben een paar keer in de remote control room geweest om mee te kijken. De huidige kranen zijn zo hoog dat het werk met het menselijk oog lastig uit te voeren is. Heel gevoelige camera’s voldoen dan veel beter.”

Wel geeft de CEO aan dat ook de mensen bij ECT die de kranen digitaal bedienen een opleiding tot kraanmachinist hebben gevolgd. “Ze moeten in staat zijn het werk fysiek te doen. Ze moeten weten welke krachten er op een container werken en welke impact dat heeft op de kraan.” Dus, veel aspecten van het werk in de haven verdwijnen niet, maar krijgen een andere invulling, een andere dimensionering.

“De komende twintig jaar heb je nog genoeg te doen,” is onze conclusie aan het eind van het gesprek. “De komende twintig jaar hebben wij nog genoeg te doen,” luidt de verbetering van Leo Ruijs.

Template thumbnail RPPC (1)
Template thumbnail RPPC (1)