neele-vat header

Kwaliteit en betrouwbaarheid hebben een prijs

De komende weken geeft RPPC prominente havenprofessionals een podium in een reeks zomercolumns. In deze editie is dat Cuno Vat, CEO van Neele-Vat Logistics en vice-voorzitter van RPPC.

De kracht van een organisatie als RPPC is dat de bestuursleden zelf ook havenondernemers zijn. En net als alle andere leden van de community is ook op het bedrijf waaraan ik leidinggeef veel gebeurd.

Overall heb ik de indruk dat de meeste RPPC-leden zich redelijk staande hebben gehouden tijdens de pandemie. Even afgezien van de eerste weken, toen eerst de aanvoer uit China stokte en vervolgens veel industrie, en dan met name in Duitsland stil kwam te liggen, zijn de volumes in onze haven redelijk stabiel gebleven.

Dat betekent echter niet dat er niets veranderd is in de logistiek. De pandemie, Brexit, maar ook de stremming van het Suezkanaal en meer recent de hoogwaterproblematiek die sommige collega’s parten speelt, laat zien dat de logistiek een kwetsbaar element kan zijn in de supply chain. En zo hebben veel van onze klanten er lang niet meer naar gekeken. Overal zitten goede inkopers, die brandstof hatchen, aan sourcing doen en scherp inkopen op kwaliteit en prijs. Er wordt in de ondernemingen geïnvesteerd in productontwikkeling, marketing, verkoop, productie en, o ja, er is ook nog vervoer.

Logistiek was een sluitpost. Er werden twee offertes opgevraagd en de goedkoopste vervoerder had de deal. Die tijd is voorbij, denk ik. Zodra blijkt dat schakels in de keten kunnen haperen, en dat is nu wel gebeurd, wordt ook duidelijk dat kwaliteit en zekerheid van groot belang zijn. De laatste jaren kenden we nog zelden disrupties. Die zijn er nu wel en ze zullen blijven voorkomen. Pandemie, politiek of zeer plaatselijke weeromstandigheden, het maakt de wereld, en dus de logistiek, veel volatieler.


Containerprijzen

Ik geef een voorbeeld. Als ik zeg dat de volumes redelijk stabiel waren, dan is dat niet het hele verhaal. We worstelen op dit moment met zijn allen enorm met de containerprijzen. Er wordt nu tussen 12.000 en 15.000 euro voor een box betaald. De toegevoegde waarde – uitgedrukt in geld, in zekerheid, in beschikbaarheid – van de logistiek komt nu vaker ter sprake. Het heeft daarbij overigens geen zin de schuld bij de rederijen te leggen. Ja, ze hebben het nu goed, maar hadden het jarenlang zwaar. Toen we 400 dollar voor een container betaalden zeiden wij en onze klanten ook niet “dit kan zo niet langer, de containerprijzen moeten echt omhoog”.

En dat geeft dus soms moeilijke gesprekken met klanten. Men wil niet meer betalen, of men kan niet meer betalen, maar iedereen wordt gedwongen zijn eerder gemaakte Supply Chain keuzes weer tegen het licht te houden. Waar maak ik mijn spullen, hoe groot moet mijn voorraad zijn en wat zijn mijn risico’s in geval van grootschalige verstoringen in de supply chain?


Reflectie tijdens de zomermaanden

De disrupties in de supply chain zet mensen – overal in de keten - aan het denken. Wie een huis laat bouwen spreekt van tevoren een aanneemsom af. Maar als dan de prijs van grondstoffen plotseling omhoogschiet, dan is doorgaans contractueel vastgelegd dat de aannemer bij je terugkomt en opnieuw onderhandelt. Waarom doen wij dat niet?

Ook over de productie en de afstand tussen productielocatie en klant, komen vragen op. Nearshoring, bijvoorbeeld, maakt het logistieke traject minder kwetsbaar. Just in time levering kent ook zijn eigen risico’s, je ziet dat er hier en daar al hogere voorraden worden opgebouwd dan voorheen. Beide scenario’s kosten geld en hebben ieder een eigen invloed op zaken leversnelheid, voorraadhoogte en klanttevredenheid.

Op die manier moeten we anders naar het logistieke proces gaan kijken. Kwaliteit en betrouwbaarheid hebben een prijs. Laten we daar tijdens de zomer eens over nadenken.

 

THUMBNAIL-Neele Vat