RPPC en Havenbedrijf Rotterdam organiseerden op 14 juli een digitale Port Call met als thema Heavy Lift. Vanuit Havenbedrijf Rotterdam gaf Twan Romeijn - Business Manager Breakbulk & Offshore Industry, waar Heavy Lift onder valt - toelichting op het belang van dit segment voor de haven en presenteerde actuele overslagcijfers.
Samenwerking
Romeijn schetste eerst de kracht van Rotterdam als breakbulkhaven. De kracht van het segment zit hem met name in de grote hoeveelheid spelers die actief zijn in de Rotterdamse haven. Dit in combinatie met uitstekende infrastructuur en bereikbaarheid (tri-modaal), maakt Rotterdam echt dé plek voor breakbulk activiteiten. "De partijen in de haven zijn in veel breakbulk-segmenten actief. Dus niet alleen in staal of aluminium, maar ook in forest products en Heavy Lift & Project Cargo, het complete portfolio wordt aangeboden. Dat maakt Rotterdam zo uniek."
"Vooral in de Heavy Lift & Project Cargo staat samenwerking centraal. Die sterkte ontstaat door de intensieve samenwerking tussen een groot aantal partijen in de haven. In dit segment, en zeker als het gaat om Heavy Lift, kan één partij zelden het hele project oppakken, daar zijn er altijd (meerdere) partners voor nodig. De benodigde spelers zoals bijvoorbeeld barge operators, verpakkers, terminal operators, dienstverleners voor de hijsoperatie & technische ondersteuning, zijn in onze haven in grote getalen aanwezig!"
Stabiele overslag
Rotterdam is sterk in vier typen breakbulk-lading, weet Romeijn. Dit zijn staal, non-ferro (zoals aluminium), forrest products (zoals papier en pulp) en HLPC. Dat laatste is de afkorting voor Heavy Lift and Project Cargo. Romeijn: "Juist die diversiteit in breakbulk-lading is onze kracht. Door de diversificatie is breakbulk minder onderhevig aan de verschillende economische cycli. Op dit moment verkeerd de staalindustrie in zwaar weer. Dit als gevolg van de coronacrisis waar over de hele wereld productiecapaciteit van onder andere auto’s is teruggeschroefd. Maar de op- en overslag van aluminium doet het nu juist goed." Door die diversiteit is het overslagniveau stabiel. In 2019 ging het om 6,6 miljoen ton. "In dat jaar realiseerden we een groei van 3% in vergelijking met 2018."
Heavy Lift interessant
Als we kijken naar de relatieve omvang van de verschillende breakbulk segmenten, dan ziet het plaatje er zo uit: non-ferro is het grootste segment met 42% van het totaal, staalproducten zijn goed voor 33%, forrest scoort 17% en HLPC komt uit op 8%. (Let op: deze cijfers zijn een gebaseerd op inschatting).
Romeijn: "Heavy Lift, het thema van deze RPPC Port Call, mag dan het kleinste segment zijn, maar voor ons en de partijen in de haven is deze sector heel interessant. Voor elk project zijn meerdere spelers nodig, HLPC levert een grote toegevoegde waarde en is zeer specialistisch. Daarnaast zijn deze activiteiten arbeidsintensief en leveren veel werkgelegenheid op in de regio." Dit is een belangrijk speerpunt van het Havenbedrijf Rotterdam.
Corona
Natuurlijk zijn de leden van RPPC ook geïnteresseerd in de cijfers van het eerste halfjaar 2020, met alle coronaperikelen (eerst in China, vervolgens in Europa). Twan Romeijn geeft opheldering. "De cijfers zijn onlangs bekendgemaakt. We hebben in het segment breakbulk 2,8 miljoen ton overgeslagen, wat iets minder is dan vorig jaar, toen we in de eerste zes maanden op 3 miljoen ton uitkwamen." De oorzaak is niet moeilijk te benoemen: Corona.
"Mede door COVID-19 waren productiebedrijven genoodzaakt om te sluiten wat zijn impact heeft gehad op de vraag naar producten van staal en aluminium. Hierdoor nam de import en export van met name staalproducten af. Daarnaast heeft Corona ervoor gezorgd dat de gehele economie in een vertraging is gekomen waardoor bijvoorbeeld bouwprojecten en grote investeringen worden uitgesteld wat weer een negatieve impact heeft op het Heavy Lift & Project Cargo segment. Ook zijn er opstekers; zo nam de op-&overslag van forrest products toe. Dit omdat met name pulp wordt verwerkt in producten ter bescherming tegen Corona."
Romeijn besluit: "Ook zagen we de import van aluminium toenemen, dit vanwege het feit dat aluminium langdurig opgeslagen kan blijven in de Rotterdamse haven vanwege zijn grote hoeveelheid LME gecertificeerde warehouses. Al met al hadden we uiteraard onze ambitie gerealiseerd om ieder jaar te groeien in breakbulk activiteit. Helaas lijkt dat dit jaar niet haalbaar. Toch zijn we niet negatief, we zijn blij om te zien dat het breakbulk cluster zich sterk houdt in deze zware tijd en hopen op een sterke afsluiting van 2020!”