Met OWL Heavy Lift heeft RPPC er niet alleen een nieuw lid bij, maar wordt ook de Offshore Community breder. OWL is namelijk de afkorting voor Offshore Wind Logistics.

In 2016 besloot Maarten van der Giessen, samen met twee medeoprichters, een onderneming te starten. “Alle drie hebben we een achtergrond in deze markt en we zagen dat partijen actief in de offshore wind te maken hadden met een specifieke problematiek. Wij willen hen een oplossing bieden.”

Meer concreet heeft de sector te maken met het feit dat veel equipment – en in zekere zin ook een manier van werken – eigenlijk een erfenis is van de olie- en gasindustrie. Van der Giessen: “Die offshore activiteiten waren in Nederland beslist vooruitstrevend, maar zijn niet altijd een op een te kopiëren naar offshore wind.”

Verschillen met olie- en gasindustrie

Er zijn, zo stelt de CEO van OWL verschillen tussen de beide nautische activiteiten op het gebied van onze energievoorziening. “Wij constateerden dat het niet altijd eenvoudig is belangrijke componenten van windmolens te vervangen. Denk daarbij aan de gearbox of de rotorbladen.” Veel onderhoudsactiviteiten zijn bij windparken te vergelijken met ingrepen die ook voorkomen bij olie- en gasinstallaties, maar er zijn twee grote verschillen. “Het eerste onderscheid is, dat onderdelen van windmolens veel minder zwaar zijn dan materieel waarmee de olie- en gassector werkt”, legt Van der Giessen uit. “Een gearbox weegt 50 tot hooguit 80 ton.” Daar staat echter tegenover dat onderdelen voor windmolens op grote hoogte moeten worden geïnstalleerd, onderhouden en vervangen. “De onderdelen zijn weliswaar minder zwaar, maar moeten fors de hoogte in worden gehesen. Daar is speciaal equipment voor nodig.” Kranen dus die lasten kunnen hijsen. “De huidige methode gebruikt jack-up schepen. Schepen die tijdens het hijsen blijven drijven, die zijn er voor de offshore windturbines eigenlijk niet.”

Een belangrijk element bij het succesvol inzetten van dergelijke hijscapaciteit is dat het effect van scheepsbewegingen door golven op de werkhoogte beperkt moet worden. “Het gaat daarbij om een samenspel tussen het schip en de kraan die erop gemonteerd is. We hebben daar een mooie oplossing voor gevonden.”

Eigen kraanschip

Om in de behoefte te voorzien, laat OWL Heavy Lift een eigen vaartuig bouwen, in de vorm van het semi-submersible kraanschip OWL-Europe. “Aanvankelijk was het de bedoeling het geheel in China te bouwen, maar corona strooide roet in het eten. We zijn momenteel met een Europese werf aan het doorpakken en verwachten dat het kraanschip dit komende jaar op stapel wordt gezet.”

2021 was voor de onderneming een jaar waarin alles een beetje op gang kwam, maar als de OWL-Europe komt krijgt het bedrijf van Van der Giessen volgend jaar beslist momentum. “Het is een groeimarkt en RPPC heeft er een sterk netwerk in. Dat is een belangrijke reden om lid te worden.”