“Dit is hét moment in het jaar voor de breakbulk.” Van dinsdag 13 tot en met donderdag 15 mei vond in Ahoy Breakbulk Europe 2025 plaats. Als Port of Rotterdam waren wij, samen met RPPC-leden, vertegenwoordigd op het vernieuwde paviljoen. Samen met Business Managers Breakbulk & Offshore Joost Eenhuizen en Twan Romeijn van het Havenbedrijf Rotterdam blikken we terug op een geslaagd evenement en delen we enkele inzichten over de huidige stand van zaken rondom de breakbulklogistiek in Rotterdam — Europe’s breakbulk hub.
In de haven van Rotterdam is alles met elkaar verbonden. Dat is wat ons maritiem-logistieke ecosysteem kenmerkt. Ook voor de overslag van breakbulk geldt dat zij deel uitmaakt van dat grotere geheel. Breakbulk is overal in het havengebied terug te vinden.
Deze sterke integratie met andere goederenstromen, het brede netwerk aan dienstverleners en de directe verbinding met industrieclusters creëren een unieke positie voor onze haven als breakbulk-hub.
Die verwevenheid met dynamieken in de mondiale handelseconomie én met specifieke ontwikkelingen in sectoren zoals energie en maakindustrie biedt zowel kansen als uitdagingen. Goederenstromen, modaliteiten, sectoren en energievormen grijpen in elkaar. Hoe ervaren de deelnemers aan het PoR-paviljoen dit? En hoe faciliteert het Havenbedrijf Rotterdam daarin?
Groeikrapte of toegevoegde waarde
Natuurlijk zijn er uitdagingen in de breakbulk. Ruimtegebrek wordt daarbij regelmatig genoemd. Breakbulk vraagt relatief veel grondoppervlakte om goederen te kunnen opslaan, dit vanwege de omvang van projectlading of door de hoeveelheid. Met name langdurige opslag kan uitdagend zijn. Meer ruimte betekent in de praktijk meer flexibiliteit.
Twan: “Mede door onze haveninrichting met veel kadelengte en smalle terreinen hebben we relatief minder vierkante meters opslag dan bijvoorbeeld een haven als Antwerpen, en dus zijn hogere doorloopsnelheden nodig. Maar niet alles kun je versneld naar het achterland doorvoeren. Daarom moet er slim worden omgegaan met ruimtegebruik en de coördinatie van vervoersbewegingen.”
Op de vraag hoe het Havenbedrijf hierin voorziet, antwoordt Joost: “We proberen ruimte te behouden en nieuwe ruimte te vinden door te wijzen op de toegevoegde waarde die deze sector levert. Niet alleen op zichzelf, maar juist ook in aanvulling op andere havengebruikers en activiteiten. Feit blijft dat de haven vrijwel geheel is uitgegeven.”
Knelpunten of stroomlijnen
In een ecosysteem vol onderlinge afhankelijkheden kunnen verbindingspunten ook knelpunten worden. Zeker wanneer de achterliggende keten niet optimaal functioneert. Deze congestie veroorzaakt spanningen in de dagelijkse operaties en zet de concurrentiepositie onder druk.
Het Havenbedrijf Rotterdam herkent dit. Joost: “Het is een domino-effect: congestie bij containerterminals straalt ook af op breakbulk. Veel van de lading die via breakbulkterminals loopt, komt namelijk binnen via de deepsea-containerterminals. Maar gezien de relatief beperkte volumes waar het hier over gaat, ligt de meeste focus elders. Toch blijven disrupties in de containermarkt van invloed op de operationele efficiency van de breakbulksector.”
Door breakbulk in relatie tot andere goederenstromen meer vanuit een strategisch perspectief te benaderen, krijgt het de prioriteit die het nodig heeft voor een meer gestroomlijnde operatie. Zo kunnen bijvoorbeeld piekbelastingen beter worden ondervangen of zelfs voorkomen.
Twan vult aan: “We moeten breakbulk niet blijven benaderen als het restproduct van logistieke planning, maar als een eigen modaliteit met toegevoegde waarde. Zeker gezien de verbinding met sectoren als offshore, energie en industrie.”
Personeelstekort of banen binnen bereik
Als je eenmaal in de haven werkt, wil je meestal niet snel iets anders. Maar hoe krijgen we de volgende generatie aan boord? Joost: “De Maasvlakte ligt op behoorlijke fysieke en reisafstand van Rotterdam, waar het arbeidspotentieel zit. De arbeidsmarkt gaat echter niet alleen over beschikbaarheid, maar misschien nog wel meer over bereikbaarheid. Krijg de mensen maar eens op de plek waar de vraag zit.”
Dat is het fysieke vraagstuk. Daarnaast weten veel mensen niet hoe groot de diversiteit is aan werkzaamheden en functies in de haven. Twan: “We kunnen helaas niet uit het niets een blik havenarbeiders opentrekken. Maar we doen er wel van alles aan om werken in de haven aantrekkelijk te presenteren. Dat doen we bijvoorbeeld via gastlessen, open dagen, banenbeurzen, omscholingstrajecten en studentenbezoeken.”
Zo was er tijdens de beurs ook ruimte voor studenten om kennis te maken met bedrijven. Daarnaast zien we dat steeds meer bedrijven hier actief op inzetten. Dit heeft een positieve uitstraling op het hele segment.
Deelnemen aan het succes
Ondanks deze uitdagingen zijn Joost en Twan allerminst somber gestemd. De breakbulksector in Rotterdam is en blijft als stabiele factor ‘Europe’s breakbulk hub’. Dankzij de aanwezige capaciteit, infrastructuur en havendiensten kunnen we ons als Rotterdamse haven blijven profileren als dé plek voor volledige ondersteuning bij breakbulkoverslag.
Die overtuiging was ook voelbaar op het Port of Rotterdam-paviljoen. Deelnemende leden presenteerden zich als onderdeel van een groter geheel en spraken zich optimistisch uit over de toekomst. Juist de complexiteit van breakbulklogistiek zorgt voor stabiliteit. Excelleren in de breakbulk vraagt om vakmanschap, flexibiliteit en samenwerking.
Tegelijkertijd ontstaan er, mede dankzij innovatie en technologische ontwikkeling, nieuwe marktkansen. De energietransitie is daar een duidelijk voorbeeld van. En wie verder vooruitkijkt, ziet ook groeiperspectief in thema’s als decommissioning en recycling.
Heeft u Breakbulk Europe dit jaar gemist? Van 16 tot en met 18 juni 2026 is Ahoy opnieuw het toneel om de breakbulkpotentie van onze haven te ervaren. U bent van harte uitgenodigd om hier deelgenoot van te zijn.