Gezien en gewaardeerd worden is essentieel voor de mens. Het geeft het gevoel tot een groter geheel te behoren en daar een zinnige bijdrage aan te leveren. Of dat nu in een relatie, de afdeling of de ‘supply chain’ is. Onze sector - maritiem – wordt in Den Haag en onze samenleving te weinig gezien, en soms ook te weinig gewaardeerd. Maar daar kunnen we zelf ook wat aan doen.
In coronatijd stond het vizier van de samenleving en van Den Haag, redelijk op scherp. We maakten een lijst van beroepen en sectoren die essentieel waren: cruciaal zelfs. De logistiek en daarmee dus ook de binnenvaart was daar ontegenzeggelijk één van. Ik was daar even bewust heel trots op. Er was herwaardering van een langzaam voor vanzelfsprekend genomen sector.
Maar als de urgentie wegebt, ebt ook de waardering weg. En hoewel we bij de energietransitie weer net zo essentieel zijn, ontbreekt ergens de urgentie. En toch: de gewenste windparken op zee worden alleen gebouwd als supply chains voor de aan en afvoer goed ingericht zijn, er (lokaal) voldoende ruimte is en blijft voor de maritieme maakindustrie en de werven de schepen bouwen om deze parken aan te leggen.
Er is meer samenwerking nodig
Tussen bedrijven en overheid is er geen rekenschap en afrekening door verkiezingen, zoals die er wel is tussen burgers en politici. Als bedrijfsleven en overheid moeten we het van samenwerking hebben. Van praten, naar elkaar luisteren en een plan maken. Van onderwerpen agenderen, ronde tafels en commissies. En soms van proefballonnen, de noodklok luiden in de pers en af en toe van stevige taal.
Afgelopen 14 maart was het druk in het Johan de Witthuis in Den Haag. Een groep genodigden uit de maritieme sector gaf acte de presence voor een rondetafelgesprek met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Defensie om te komen tot een gezamenlijke agenda voor de maritieme sector. Als directeur van een binnenvaart coöperatie zat ik als ‘ketenpartner’ aan.
Wereldwijd staan we, als maritieme sector waaronder de binnenvaart, te boek als vooruitstrevend en innovatief, met op een postzegel een heel compleet en divers maritiem ecosysteem van bedrijven en kennis- en opleidingsinstituten voor handen. In eigen land worden we blijkbaar nog onvoldoende gezien.
Een van de voorzichtige uitkomsten: er is meer samenwerking nodig tussen Den Haag en ‘de sector’ en we moeten werken aan ons imago. We moeten ons meer profileren op de toegevoegde waarde van de sector, de innovatieve kracht en ons strategisch belang meer uitdragen. Naar de samenleving, naar de arbeidsmarkt.
Onnodig bescheiden
Natuurlijk is dat waar. En ja, het doel is om uiteindelijk te komen tot een gezamenlijke (lange) termijn agenda, meer kennis en kunde over de sector - ook in Den Haag - en waardering voor de sector. Maar voor we naar Den Haag kijken, of naar de samenleving als geheel, moet eerst de hand in eigen boezem. Als sector zijn we onnodig bescheiden. Vinden we dat we toch vooral ‘gewoon ons werk doen’. Dat we niet te veel moeten opvallen. Een voor buitenstaanders steeds vaker bevreemdende mengeling van Rotterdamse ‘niet-lullen-maar-poetsen’ en oer-Hollands Calvinisme. Herkenbaar toch? Maar dan is het wel gek om steevast teleurgesteld te zeggen dat we niet gezien worden
Goede verhalen te vertellen
Wat is dan een oplossing? De stoute schoenen aantrekken en meer naar buiten treden. Ons verhaal vertellen, ook aan wie niet gelijk luisteren wil. Omdat we zulke goede verhalen te vertellen hebben. Omdat onze sector essentieel is, ook in post-coronatijd. Omdat de wereld stilstaat zonder ons. En als het uit bescheidenheid niet lukt om trots over onszelf te praten, dan toch zeker over een ander. Over de vooruitstrevende scheepsbouwer, de duurzame ketenpartner, de innoverende binnenvaartondernemer of de efficiënte stuwadoor.
En als we onze verhalen vertellen, maar dan op een onderscheidende positieve en krachtige manier, want de rij met sectoren die om aandacht vragen in Den Haag is lang. Laten we vertellen, over hoe we als sector de economie dragen, hoe we onderdeel zijn van de oplossing voor de maatschappelijke opgaves, de energietransitie maar ook continenten verbinden, digitalisering aanjagen en ketens kloppend houden, dan weet ik zeker dat iedereen zal luisteren. De samenleving, de ‘arbeidsmarkt’ en zelfs Den Haag.
Of ik hier echt in geloof? Ja! Je kan je niet eerst bescheiden verstoppen en daarna zeggen dat je niet gezien wordt. Je kunt alleen je waardering (en passend beleid) verwachten als je ook je plek inneemt. En ik geloof dat je die plek ook krijgt als wij breder laten zien hoe relevant wij zijn.